De mens is zo’n beetje het grootste deel van zijn bestaan aan het denken. Het denken van gedachten die zich op verschillende manieren kunnen uiten. De gemeenschappelijke factor achter al die gedachten is vaak een externe prikkel of een ongewenste sensatie. Het kan een waarde zijn die wordt geschonden, een confrontatie met een ander, of een lichamelijk ongemak dat vermeden moet worden. Wat de (externe) prikkel ook is, het leidt tot een interne reactie in ons hoofd en lijf.
Een gedachte als afwijzing van wat er ervaren wordt.
We kunnen onze gedachten vaak met gemak benoemen. We herkennen piekergedachten, de onophoudelijke stroom van negatieve overpeinzingen, die ons in hun greep houden. En terwijl we daar druk mee zijn, zijn we eigenlijk gefocust op één ding: het vinden van een adequate oplossing. We zoeken aandachtig naar een uitweg, naar een manier om die prikkel en al die gedachten niet meer te hoeven ervaren.
We gaan denkend op zoek naar een oplossing. Dit denken geeft ons een (vals) gevoel van controle.
We geloven dat we door eindeloos te analyseren (denken), de situatie kunnen oplossen en de onrust tot bedaren kunnen brengen. Helaas zit een adequate oplossing zelden tussen deze piekergedachten. Sterker nog, het gefocust zijn op het denken houdt ons gevangen in de vicieuze cirkel van gedachten. Terwijl we in ons hoofd een oplossing proberen te forceren, negeren we een cruciaal deel van onze ervaring: ons lichaam. We vergeten te luisteren naar de subtiele (of niet zo subtiele) signalen die ons lichaam ons geeft. Het is als een schip dat roept om aandacht, terwijl de kapitein alleen maar in de stuurhut blijft piekeren over de storm.
Uitnodiging
Het is mijn (praktijk)ervaring dat de werkelijke doorbraak niet in het hoofd, maar juist in het lichaam ligt. De antwoorden liggen niet in het ‘wat te doen’ van het denken, maar in het ‘wat te voelen’ van het lichaam. Door de signalen van ons lichaam te herkennen en te respecteren, verstommen gedachten als vanzelf. De uitnodiging ligt er.
Ik ben benieuwd…